Tijdens de 2-speeldaagse van Dock20 speelden we tikkertje. Hiermee probeerde we verschillende vormen uit, zoals slingertikketje en poortjes tikkertje. Het viel mij op dat de dat de ene vorm veel meer gericht was op samen en inclusief: je bleef een deelnemer in een het spel. Terwijl de andere vorm meer gericht was op competitie: als je getikt was werd je veroordeeld tot de rol van toeschouwer.
En dat gevoel van toeschouwer zijn herkende ik, want hoe vaak hebben we het niet in ons werk dat we veroordeeld zijn tot de toeschouwersrol. Nu geef ik toe dat ik er nooit goed in ben geweest om op mijn beurt te wachten, maar is het niet leuker en inclusiever als je de kans krijgt om mee te blijven spelen?
Volgens mij hebben we prachtige vormen en methodes waarbij je kan zorgen dat iedereen mag blijven meespelen, dan denk ik aan de praatstok, of de Loesje werkvorm. Veel meer van dit soort inclusieve werkvormen zijn te vinden in de methodes van Liberating structures, Art of Hosting of Deep democracy. Vormen waarin iedereen een stem krijgt en actief blijft meedoen.
Maar misschien is het nog mooier om naar buiten te gaan en de verschillende vormen van tikkertje uit te proberen en hierop te reflecteren. Levert het geen inzichten op dan in elk geval rode wangen en een fris gemoed.