Het levende kader van de organisatie

Steeds meer organisaties houden zich inmiddels bezig met zelforganisatie en betekenisvol organiseren, zo werd met laatst weer duidelijk op het zesde Nieuw Organiseren Festival. Werd in de eerste edities van het festival nog de vraag gesteld ‘waarom moet je als organisatie nieuw organiseren?’, nu lag de focus vooral op de vraag “hoe moet je nieuw organiseren?’.

Bij deze vraag naar het hoe van nieuw organiseren komen naar mijn mening twee basisstappen naar voren:

  1. formuleer gezamenlijk de bedoeling van de organisatie
  2. gun elkaar een kader om vanuit te werken.

Over dit gezamenlijk kader wil ik het in deze blog hebben. Want

  • wat is een kader?;
  • waarom hebben we eigenlijk een kader nodig?; en
  • hoe draagt een kader bij aan betekenisvol organiseren?

Kader

Met een kader wordt een situationele context, verband of achtergrond bedoeld, waarin een bepaalde zaak wordt geplaatst. Hetgeen wat in een kader gezet wordt, is in werkelijkheid complexer of gedetailleerder. Een kader kan dan een inperking of afscherming als functie hebben.

Als het gaat over een kader van een organisatie, dan haalt men vaak het voorbeeld aan van kinderen op het schoolplein. Als er een hek om het schoolplein staat, voelen kinderen zich veiliger om vrij te spelen, zo is de gedachte. Als moeder van een zoontje van vier vraag ik mij af of dit voorbeeld wel klopt. Want op welke afstand moet het hek dan staan? En wanneer gaat veiligheid over in teveel bescherming en controle?

Dit filmpje over een Japanse school bevestigd mijn idee dat we hier anders naar kunnen kijken:

Hart voor de zaak

Het filmpje laat zien dat als we niet van onze standaard zienswijze van veiligheid uitgaan, maar juist een landschap creëren waarin gevaar in beperkte mate aanwezig is, dat we juist leren, groeien en bewegen. Wat hebben wij in organisaties nodig om de juiste balans te vinden tussen veiligheid en vrijheid? Ik vind hierbij het denken in een kader zoals een hek om een schoolplein te beperkend. Het woord kader roept bij mij dan ook dezelfde associatie op als sturing, taakbeheersing, strakke procedures en regels. Woorden die passen bij het bureaucratische tijdperk, waarin mensen een zo specifiek mogelijke taak en instructie krijgen om hun werk goed uit te voeren. Deze organisaties, waarin alles strak is gepland, ingeregeld en beheerst, zijn er nog altijd. Toch zie ik ook steeds vaker organisaties aan het andere kant van het spectrum. Organisaties waar een duidelijk kader ontbreekt, waar mensen werken met een hart voor de zaak met veel nieuwe taken en verantwoordelijkheden. Te veel vrijheid legt echter druk op de organisatie, op mensen en middelen. De kosten stijgen, de werkdruk is hoog. Iedereen heeft zijn eigen manier van werken en mensen krijgen te weinig erkenning en waardering voor wat ze doen.

Levend kader

Hoe vind je als organisatie de balans tussen vrijheid en veiligheid? Hoe zorg je voor een kader dat richting biedt en de ruimte voor mensen om optimaal te functioneren? Een kader dat steun en zekerheid biedt zonder dat we groei en verantwoordelijkheid inperken. Ik denk dat organisaties een levend kader moeten creëren. Hiermee bedoel ik een landschap waar daadwerkelijk vrijheid is, maar ook steun en zekerheid waar je als persoon op kan terugvallen.

Zo’n landschap creëer je volgens mij met elkaar door gezamenlijk een aantal leidende principes te bepalen die niet statisch zijn maar in de loop van de tijd kunnen veranderen. Principes die kloppen met de bedoeling van de organisatie (met de missie, visie en waarde), maar die ook het kloppend hart vormen van de organisatie. Het kloppende hart waardoor de organisatie gaat leven, mensen zichzelf kunnen zijn en waar we worden uitgedaagd te klauteren, te spelen en te springen.

Deze blog verscheen eerder op nieuworganiseren.nu