Gelijkbenige driehoek

FröbelvormenGelijkbenige driehoek

Gelijkbenige driehoek

Deze werkvorm zet je in wanneer je deelnemers fysiek wil laten bewegen  of op een leuke manier inzicht wil geven in de chaostheorie. 

Aantal deelnemers: 20 – 100

Duur: 10 – 20 minuten

Opzet: lege ruimte waar voldoende plek is voor beweging.

Uitleg werkvorm

Introductie:

  • Vraag de deelnemers om te gaan staan in een ruimte waar ze voldoende bewegingsvrijheid hebben.
  • Vraag iedere deelnemer om in gedachten twee andere personen uit de groep te kiezen. Dit kunnen willekeurige personen zijn.


Vorm de driehoek:

  • Vraag de deelnemers zich zo te positioneren dat ze met de twee gekozen personen een gelijkbenige driehoek vormen. Dit betekent dat de afstand tussen de deelnemers aan de zijkanten van de driehoek gelijk moet zijn.
  • Op een gegeven moment zal de beweging tot stilstand komen. Check of iedereen inderdaad goed staat t.o.v. de ander.


Beweging introduceren:

  •  Vraag één persoon van de groep een beweging in te zetten. De anderen moeten hun positie behouden, tenzij de verandering van de beweging invloed heeft op hun driehoek, dan moeten ze ook in beweging komen om hun positie in de driehoek te behouden.


Herhalen van de beweging:

  • Herhaal dit proces een aantal keren, waarbij telkens iemand in beweging komt en de anderen reageren, afhankelijk van de effecten op hun eigen driehoek.
  • Dit kan leiden tot een situatie waarin slechts één persoon beweegt, of waarbij bijna iedereen weer in beweging komt.


Reflectie:

Na een paar herhalingen kun je de groep vragen hoe het was om in beweging te komen of juist stil te staan. Wat gebeurde er toen de ene persoon bewoog? Hoe voelde het om te reageren op de beweging van anderen?

 

Schrijf je in voor de maandelijke Play Boost