Meer dan belonen: wat spel ons leert over intrinsieke motivatie en hoe je dit toepast in je sessie

FröbelvormenMeer dan belonen: wat spel ons leert over intrinsieke motivatie en hoe je dit toepast in je sessie

Meer dan Belonen: Wat Spel Ons Leert over Intrinsieke Motivatie

Hoe verhoog je de intrinsiek motivatie van je deelnemers in een sessie?
Wat kan je als facilitator doen dat deelnemers zich al vanaf de start van de bijeenkomst echt betrokken voelen?
En hoe zorg je dat er na een sessie de verbinding tussen de deelnemers blijft.

Tijdens de opleiding Ludodidactiek aan de HKU hoorde ik een voorbeeld van een experiment met kinderen die de opdracht kregen een tekening te maken. De groep werd in tweeën verdeeld: de ene groep ontving 1 dollar voor elke tekening die ze maakte, terwijl de andere groep geen beloning kreeg. Eerst nam het aantal tekeningen in de eerste groep enorm toe, maar daarna daalde het onder het niveau van de tweede groep. Dit laat zien dat extrinsieke motivatie de intrinsieke motivatie kan ondermijnen en de eigen drang om iets te doen kan verminderen.

 

Self-determination Theory

In mijn studie Arbeidsorganisatie-theorie kwam ik de self-determinatietheorie van Deci & Ryan tegen. Volgens deze theorie is intrinsieke motivatie gebaseerd op drie kernaspecten: competentie (de mogelijkheid om jezelf te ontwikkelen), autonomie (de mate van keuzevrijheid) en verbondenheid (de manier waarop je iets toevoegt aan de groep). In een goede leercontext is het belangrijk om zoveel mogelijk aan te sluiten bij deze drie aspecten.

Lees het artikel
self-determination theory

1.⁠ ⁠Competentie

Dit begint al bij de uitnodiging: maak duidelijk waarom je deze deelnemers nodig hebt en wat zij kunnen bijdragen aan het doel van de sessie.

Tijdens de sessie kunnen deelnemers ook zelf benoemen wat voor hen een goede sessie maakt en wat ze eruit willen halen. Het is belangrijk dat deelnemers zich vaardig en verantwoordelijk voelen. Maak hen verantwoordelijk voor het doel en de uitkomst van de sessie.

Vraag hen achteraf, naast de standaardvraag “Wat neem je mee?”, ook wat er met hun input is gedaan en hoe je hen hiervan op de hoogte houdt.

Dit klinkt misschien als een open deur, maar we vergeten vaak dat wanneer we mensen betrekken en hen laten bijdragen, wij als facilitator daar ook verantwoordelijkheid voor moeten nemen.

Vraag jezelf als facilitator af

  • Op welke onderdelen van de sessie kunnen deelnemers hun bijdrage vergroten.

  • Hoe kun je de deelnemers duidelijk maken wat hun rol is in de sessie?

2. Autonomie 

Deelnemers hebben niet altijd de vrijheid om vrijwillig aan een sessie deel te nemen, maar ook in verplichte bijeenkomsten kan het helpen om de keuzevrijheid te verhogen. In veel sessies zijn onderwerpen, werkvormen, tijden en groepsindelingen meestal vastgesteld. In die zin heeft de facilitator veel invloed.

Toch kun je een deel van die invloed teruggeven aan de deelnemers door bijvoorbeeld voor de sessie vragen of onderwerpen bij de deelnemers op te halen.

Of tijdens de sessie opties te bieden voor werkvormen of brainstormtechnieken. De vorm die ik wel eens gebruik is verschillende kaarten geven waarmee ze kunnen aangeven of ze willen versnellen of vertragen (of in mijn geval behoefte hebben aan een speelpauze).

Een krachtige vorm van autonomie, die ik vanuit de Whole Person Facilitation-theorie ken, is dat de groep zelf bepaalt hoeveel tijd zij aan welke onderwerpen besteden.
De deelnemers worden subtiel gewaarschuwd dat de tijd om is, maar als daar niet naar geluisterd wordt, dan is er blijkbaar iets anders nodig; zo is iedereen verantwoordelijk voor de tijd.

Vraag jezelf als facilitator af
• Waar jij de controle houdt, waarom, en wat mogelijke manieren zijn om de keuzevrijheid van de groep te vergroten.
• Op welke manieren kun je vooraf deelkeuze bieden aan de deelnemers?
• Hoe zorg je ervoor dat deelnemers zich vrij voelen om zich te uiten en keuzes te maken?

 

3. Verbondenheid

Het is belangrijk dat deelnemers voelen dat ze onderdeel zijn van de groep en iets waardevols bijdragen. Dit begint al bij binnenkomst; staat er een stoel voor je klaar of een sticker met hierop al je naam. Hiermee geef je aan: je bent welkom en nodig.

De ontmoeting met anderen tijdens de sessie, waarbij je ontdekt dat je veel meer gemeen hebt dan je vooraf dacht, of de interesse in elkaars vak of functie waardoor je je gezien voelt, zijn cruciaal. Deze verbinding blijft belangrijk tijdens de bijeenkomst, elke werkvorm kan een kans bieden om de verbinding binnen de groep te versterken. Denk aan samen een opgave oplossen of in groepen werken aan een gezamenlijk doel.

Ook aan het einde van de bijeenkomst is die verbinding waardevol; hoewel niet alles bevestigd hoeft te worden, kan de vraag “Wat kunnen wij nog voor elkaar doen?” helpen om de verbinding in stand te houden.

Vraag jezelf als facilitator af
• Welke manieren zijn er om deelnemers zich welkom te laten voelen bij binnenkomst?
• Hoe kun je de interactie tussen de deelnemers tijdens een sessie vergroten
• Welke afsluitende vragen kun je stellen om de verbondenheid te versterken?

Wil je als team ontdekken hoe jij meer betrokkenheid, autonome en verbinding krijgt in je sessie?

In de Workshop Ontdek de kracht van spel!  doen jullie kennis op van de verschillende vormen van spel en ontdekken jullie hoe je deze mechanismes kan gebruiken voor jullie eigen sessies (vergadering, training, teambuildings-, plannings-, brainstormsessie etc.) Zodat je weet hoe je als team energieverlies, ongelijke deelname en lage betrokkenheid en motivatie kan verminderen.

Workshop Ontdek de kracht van spel